Les 4b

1) Voeg een input toe

Deze opdracht wordt afgetekend als:

  • Je een nieuw programma hebt gemaakt ('les-5b')

  • Je in dat programma minstens één invoer verwerkt

Opdracht.

Open een nieuw programma.

Zorg er nu voor de de lezer van je verhaal minstens één keer iets in kan voeren. Bijvoorbeeld kiezen voor een dier.

print('Over', 'welk', 'dier', 'gaat', 'het?')
dier = input()
print('Dit', 'verhaal', 'gaat', 'over', dier)
  • Denk aan de ronde haakjes achter input!

2) Printen zonder komma's

Deze opdracht wordt afgetekend als:

  • Je je programma zo hebt veranderd dat je hele stukjes zin print zonder een komma tussen de woorden

Opdracht.

Je typt nu erg veel en het kan iets makkelijker. Loop door je code en verwijder de aanhalingstekens en komma's die niet nodig zijn. Bijvoorbeeld, de code van de vorige opdracht wordt dan:

print('Over welk dier gaat het?')
dier = input()
print('Dit verhaal gaat over', dier)

3) Maak een verhaal van 5 zinnen.

Deze opdracht wordt afgetekend als:

  • Je 5 zinnen print

  • Je commentaar aan je programma hebt toegevoegd

  • Je minstens één keer gebruikt maakt van input()

Opdracht.

Breid nu je verhaal uit tot 5 zinnen. Stel in je verhaal minstens één keer input van de gebruiker. Het verhaal mag over alles gaan wat je maar wilt.

Last updated